In de uitzending van Tegenlicht van afgelopen zondagavond werden kijkers uitgenodigd te reageren op de ideeën van Ulrike Guérot. Eddy Weeda reageert hierop in deze blog.
In de uitzending van Tegenlicht van afgelopen zondagavond werden kijkers uitgenodigd te reageren op de ideeën van Ulrike Guérot. Eddy Weeda reageert hierop in deze blog.
Mij sprak vooral het idee aan dat een Europese democratie zich in geografisch opzicht zou moeten baseren op ongeveer even grote groepen mensen. Luxemburg komt in formaat en bevolking overeen met een Belgische of Nederlandse provincie. België en Nederland komen overeen met een Duitse deelstaat. Te gek dat Luxemburg, België, Nederland en Duitsland alle vier evenveel gewicht in de schaal leggen. Op wereldschaal is het nog veel gekker, omdat slechts de helft van de bewoonde continenten (Noord-Amerika, Azië en Europa, dus alleen het noordelijk halfrond) macht heeft over beslissingen op wereldschaal. De gewichten moeten worden herverdeeld, de machtscentra over de wereld verdeeld. Ik denk dat een multipolair machtsevenwicht minder gemakkelijk uit het lood wordt gebracht dan het in essentie bipolaire evenwicht dat een halve eeuw vigeerde. Enige jaren verzon ik de term Morus model, enerzijds genoemd naar de beroemde utopist Thomas More en anderzijds naar de moerbei (Morus nigra), waarvan de bolronde vruchten zijn opgebouwd uit elementen van dezelfde vorm. Zo’n repetitieve structuur zou ik bepleiten voor de machtsverdeling in de wereld en ook binnen Europa (al heeft dat geen bolvorm). De euro zou niet door Noord-Europa moeten worden getrokken maar evenzeer aan Noord- als aan Zuid-Europese belangen moeten beantwoorden. Het idee dat wat goed is voor de rijk(er)en ook ten goede komt aan de arm(er)en moet naar het rijk der fabelen worden verwezen. Elites zijn nuttig zolang ze niet op rijkdom berusten. Evenwichtige machtsspreiding, daar komt het op aan.