Margriet Leest (57) - GroenLinks-raadslid in Zwolle sinds 2018 en docente Engels bij Landstede in Raalte - kon zich, toen ze in 1983 als achttienjarige hier naartoe kwam om bij hogeschool Windesheim Engels te studeren, heel behoorlijk uitdrukken in het Nederlands. Bovendien had ze op haar geboorte-eiland Aruba meer over het verre Nederland geleerd dan menig autochtoon. Toch werd zij niet direct geaccepteerd. En dat lag niet aan haar: zij deed er alles aan om zich - waar nodig en met behoud van haar eigen cultuur - aan te passen aan de Nederlandse cultuur.

“Ik kon me goed redden met de taal, maar ik had een accent en gebruikte andere woorden. Mijn medestudenten begrepen me niet goed - en wisten niet veel van de Antillen. Arubanen moesten alles van Nederland weten, maar hier hadden de meesten bar weinig kennis over ons. ‘Je woont zeker in een hutje’ en ‘je vader zal wel ontrouw zijn en zijn kinderen misbruiken’, kreeg ik dan te horen. Bij mijn flatwoning waren twee buurjongens die me vaak insloten en uitscholden. Ik fietste altijd snel door, maar het was beangstigend en intimiderend. Ik heb dus - zeker in de eerste jaren hier - de nodige discriminatie en onbegrip meegemaakt. Ik voelde me steeds kleiner worden.”

Gelukkig ontmoette Margriet ook veel fijne mensen in Zwolle. Margriet koestert een innige vriendschap met enkele medestudenten die in 1983 wel hun best deden de Arubaanse zich te laten thuisvoelen. “Ikzelf en mijn zoons, die inmiddels volwassen zijn maar nog steeds in Zwolle wonen, hebben zich breed en goed kunnen ontwikkelen. Ik ben dus nu best gelukkig.” Toch waren haar ervaringen met discriminatie en racisme voor Margriet aanleiding zich actief te gaan inzetten voor meer diversiteit en inclusie.

Ze was één van de oprichters van het Zwols Antilliaans Arubaans Beraad, een onafhankelijke organisatie die gevraagd en ongevraagd de overheid adviseerde over de soms moeizame integratie van Caribische Nederlanders. Margriet was ook actief in de landelijke organisatie Forum die buitenlandse ouders met diverse achtergronden meer wilde betrekken bij het basisonderwijs. Tevens stond Margriet aan de wieg van een samenwerkingsverband van GroenLinkse raads- en statenleden in Noord-Oost-Nederland. Ook in dit gezelschap wordt diep nagedacht over wat de partij kan doen op het terrein van diversiteit en inclusie.

In de Zwolse gemeenteraad, waarvoor Margriet sinds 2010 actief is – eerst als burgerraadslid, nu als raadslid - is werken aan een betere wereld, waarin mensen uit alle windstreken en met heel verschillende achtergronden, vredig en constructief met elkaar omgaan, Margriets passie. Ze denkt daarbij onder anderen aan senioren, lhbti’ers, mensen met een handicap, laaggeletterden, kwetsbare jongeren en mensen met een kleur.

“Zwolle is een grote stad geworden met een brede blik waarin de progressieve stem van GroenLinks doorklinkt. Maar het moet beleidsmatig allemaal veel duidelijker, praktischer en concreter. We moeten ervoor zorgen dat ieder mens zijn leven lang kan groeien. We hebben gelukkig in Nederland al veel wetgeving en beleid om dat te bereiken, maar er moet nog meer gebeuren. Het begint ermee dat ieder mens zich in onze maatschappij gehoord en gezien weet. Als dat niet zo is, gaan mensen zich ernaar gedragen. Dan trekken ze zich terug in hun eigen cirkeltje.”

Na de gemeenteraadsverkiezing in 2022 moet de Zwolse raad ook kleurrijker en diverser zijn, vindt Margriet. “Ik ben nu het enige raadslid dat niet wit is. Ook de raad moet een afspiegeling van de bevolking zijn en dat is zij nu bij lange na nog niet.” Helemaal gerust op een positieve ontwikkeling is Margriet niet. Zo was rechts Nederland er als de kippen bij om Kauthar Bouchallikht, een GroenLinks-kandidate voor de Tweede Kamerverkiezingen met een moslimachtergrond, zwart te maken. Margriet ziet met lede ogen aan hoe politici als Wilders en Baudet medestanders werven voor hun kwalijke standpunten over mensen met een andere dan de ‘Nederlandse’ cultuur.

Blij is Margriet met het recent bereikte akkoord tussen acht partijen, waaronder GroenLinks, om gezamenlijk discriminatie van lhbti’ers tegen te gaan. “Maar het is toch treurig dat ik als bijna 60-jarige op een groot veld moest staan pleiten voor mijn kleur bij de demonstratie voor Black Lives Matter. Na afloop heb ik thuis zitten janken. Ik ben er een week ontdaan van geweest. Maar het was wel fijn dat zovelen zich voor dit doel willen inzetten. Gelukkig worden er stappen gezet in de goede richting. Het zijn misschien babystapjes, maar dat zijn ook stappen vooruit.”

Als het aan Margriet Leest ligt worden Antillianen zoals zij, die in de winter een roze blouse droegen en een witte broek, niet meer gek aangekeken en krijgt geen enkel donker kind ooit meer te horen ‘hee, dat is een Zwarte Piet’. Dat overkwam haar middelste zoontje en dat deed Margriet veel verdriet. Margriet droomt ook van basisscholen en speeltuinen waar kinderen met een handicap ‘gewoon’ kunnen meedoen met leeftijdsgenootjes. En van kerstbomen waarin niet alleen rode en groene ballen hangen, maar ballen in alle kleuren: “Kijk naar de gehele mens, niet naar diens kleding of huidskleur of cultuur. Alleen dan bereik je diversiteit en inclusie.”