De eikenprocessierups zorgt voor heel veel overlast voor mens en dier, en elk jaar zijn er meer nesten. Anja Roelfs vroeg de gemeente afgelopen jaar om vooral géén schadelijke bestrijdingsmiddelen te gebruiken, maar dit probleem op een milieuvriendelijke manier te tackelen. Zo kunnen we meer doen om mezen in de stad te helpen: mezen eten de processierups. Hoe meer mezen er zijn, hoe minder rupsen.
Aandacht voor natuur
In 2020 heeft de gemeente haar aanpak veranderd, en met succes! Zonder veel schade aan de natuur, is er minder overlast geweest van de rups. Het wegzuigen van rupsen bleef hier en daar nodig, maar met meer aandacht voor de natuur is er ook al veel gedaan aan de oorzaken van het probleem.
Anja is blij met de nieuwe aanpak: “De toename van eikenprocessierupsen is een logisch gevolg van klimaatverandering in combinatie met mezensterfte. Wegzuigen of zelfs gif gaan gebruiken is niet meer dan symptoombestrijding voor de eikenprocessierupsenplaag. We moeten naar de oorzaak kijken: alleen door het bevorderen en herstellen van biodiversiteit lossen we het probleem blijvend op.”
Biodiversiteit
Ongeveer 10% van de Zwolse eikenbomen is preventief behandeld met een biologisch bestrijdingsmiddel. Daarbij is heel zorgvuldig gekeken naar de natuurwaarden om onnodige schade aan de natuur te voorkomen. Daarnaast is werk gemaakt van de biodiversiteit om de natuurlijke bestrijding van de rupsen te stimuleren. Bloeiende bermen zijn gefaseerd gemaaid en er zijn bollen geplant om meer insecten aan te trekken die op hun beurt weer meer vogels trekken. Daarvoor zijn op verschillende plekken ook nestkastjes uitgedeeld aan bewoners om koolmezen te lokken.
Iedere Zwollenaar kan wat doen
Wil je ook wat doen voor de mezen, hang dan een nestkastje op. Liefst niet aan de eik zelf, maar aan een tegenoverliggende boom. Zo vliegt de mees makkelijk van kast naar rups. Denk er ook aan om een houtplug als bevestiging te gebruiken, dus geen ijzeren spijker die de boom kan beschadigen. Meer tips lees je op de website van de Vogelbescherming.