In de nota “Toekomst hulp bij het huishouden” die in januari in de raad werd besproken, is sprake van een bezuiniging van 2 à 3 miljoen euro, die vooral ten laste dreigt te komen van de mensen met een inkomen dat net boven het sociaal minimum ligt. GroenLinks heeft met nadruk gewaarschuwd voor de ernstige financiële gevolgen van zo'n bezuiniging en gewezen op de “stapelingseffecten” van de maatregelen van het rijk en de gemeente. Als alternatief heeft Bert Docter er namens GroenLinks voor gepleit om de huishoudelijke hulp te bekijken in samenhang met welzijn, zorg, begeleiding (die overkomt vanuit de AWBZ naar de gemeente) en dan bij voorkeur op buurtniveau.
Op 16 januari jl. is in het raadsplein de nota “Toekomst hulp bij het huishouden” besproken. In deze nota werden 3 varianten voorgesteld: a) het stimuleren van de inzet van het Persoonsgebonden Budget voor het leveren van huishoudelijke hulp door alphahulpen, b) het zg. Budgetmodel, waarin per wijk een organisatie verantwoordelijk is om met een bepaald budget de ondersteuningsvraag in de wijk te regelen en c) het voorliggend maken van de hulp bij het huishouden.
In deze laatste variant is sprake van een bezuiniging van 2 à 3 miljoen euro, die vooral ten laste dreigt te komen van de mensen met een inkomen dat net boven het sociaal minimum ligt.
GroenLinks heeft met nadruk gewaarschuwd voor de ernstige financiële gevolgen van deze variant en gewezen op de “stapelingseffecten” van de maatregelen van het rijk en de gemeen-te Als alternatief heeft GroenLinks ervoor gepleit om een 4e variant uit te werken, waarbij de huishoudelijke hulp wordt bekeken in samenhang met welzijn, de zorg, de begeleiding (die overkomt vanuit de AWBZ naar de gemeente) en dan bij voorkeur op buurtniveau.