Vijf jaar later neemt de gemeenteraad van Zwolle een motie aan van Patrick Pelman van GroenLinks en Jolien Elshof-Rook van de ChristenUnie waarmee ruim acht ton wordt vrijgemaakt voor het (her)inrichten van vijftien speeltuinen. Dat gebeurt al in 2026 en 2027. Ook kinderen met een beperking kunnen straks in iedere wijk, vlakbij huis, spelen met leeftijdsgenootjes. 

Fractievoorzitter Pelman (46), in het dagelijks leven communicatieadviseur bij Riwis Zorg en Welzijn in Apeldoorn, is een tevreden mens als hij kijkt naar hoever de gemeente wil gaan om ervoor te zorgen dat iedereen in inclusieve speeltuinen terecht kan om zorgeloos te spelen en anderen te ontmoeten. Patrick: “Ik ben blij dat er een prioriteit van is gemaakt en dat ik de raad en het college ervan heb weten te overtuigen zoveel extra geld ter beschikking te stellen.”

“Voor te veel kinderen en ouders is samen spelen in de wijk nog niet vanzelfsprekend. En dat schuurt. Een inclusieve speeltuin is meer dan een glijbaan. Het is een plek waar je vrienden maakt, beweegt, groeit, gezien wordt en waar niemand buitenspel staat. In Zwolle-Zuid hebben we eerder bij de aanleg van twee inclusieve speeltuinen gezien dat je met relatief eenvoudige aanpassingen een wereld van verschil kunt maken voor mensen met een beperking.”

In 2020 had de raad al een motie van Margriet aangenomen, die ze ‘Kom je ook mee buiten spelen?’ had genoemd. Met deze motie sprak de raad de ambitie uit inclusieve speeltuinen aan te leggen. Hoewel zij geen lid meer is van de raad en GroenLinks nu vertegenwoordigt in de Overijsselse Provinciale Staten, is Margriet bijzonder blij met het uiteindelijke resultaat van haar initiatief. 

Margriet: “Ik kwam in 2020 overal dezelfde situatie tegen en raakte erover in gesprek met ouders van kinderen met een beperking. Zij zaten er ook mee. Dat de speeltuinen inclusief worden gemaakt betekent veel voor alle kinderen.” Het duurde een tijd voor de raad ervan overtuigd was dat Zwolle in actie moest komen om speelplekken voor iedereen toegankelijk te maken. Ook de deskundigen van ‘Toegankelijk Zwolle’ en de Zwolse Sportservice zijn blij met de initiatieven.

Margriet op een rolstoeltoegankelijke trampoline

De bal begon te rollen toen voormalig wethouder William Dogger van Swollwacht enthousiast werd. Hij was bezig met het ontwikkelen van een eigentijdser, toekomstgericht stedelijk speelbeleid. Dat beleid is inmiddels geformuleerd en ingepast in een groter, langjarig traject: het zogenoemde BOSS-plan dat wordt uitgevoerd onder leiding van wethouder Michiel van Willigen (CU). De afkorting staat voor bewegen, ontmoeten, spelen en sporten. Binnen het BOSS-kader is de aanpak van de speeltuinen de eerste concrete stap. 

Het beleid dat nu is vastgesteld noemt Patrick “een mooi voorbeeld van dat je met volhouden als raadsfractie resultaten kunt bereiken. Het is voor iedereen in de stad belangrijk om buiten te kunnen spelen en sporten. Dat hebben we gezien in coronatijd. Calisthenics, bijvoorbeeld (een vorm van krachttraining met minimaal gebruik van apparatuur. HI) is nog steeds populair.”

“We moeten de wijken zo inrichten dat bewegen in de publieke ruimte wordt gestimuleerd. Dat betekent zorgen voor voldoende groen en goed bereikbare, veilige wandelpaden en plaatsen waar je kunt zitten en spelen en waar je sportvoorzieningen aantreft zodat je bijvoorbeeld kunt skaten en basketballen. De behoeftes zijn per wijk verschillend. De buurt wordt nauw betrokken bij het maken van de keuzes.”

“ Voor te veel kinderen en ouders is samen spelen in de wijk nog niet vanzelfsprekend.  ”
Patrick bij een speeltoestel

“In Zuid of Stadshagen past bijvoorbeeld calisthenics misschien beter dan in de Aa-landen waar je eerder kunt denken aan het aanleggen van een jeu de boulebaan. Andere mogelijkheden zijn de bouw van een gemeentelijke tennisbaan of padelbaan waar iedereen gratis kan sporten. Waar mogelijk zullen we zoveel mogelijk ‘grijze’ omgeving vervangen maar hier en daar zullen we wat groen moeten inleveren. Daar staat tegenover dat je vlakbij je huis op loopafstand faciliteiten krijgt.”

Bij de vijftien speeltuinen die worden aangepakt komen verharde toegangspaden, worden hekken verwijderd en plaatst de gemeente bijvoorbeeld glijbanen, schommels en carrousels waarop kinderen met en zonder handicap samen kunnen spelen. De toestellen op de bestaande speeltuinen zijn daar niet geschikt voor en op diverse plaatsen kunnen rolstoelers niet bij de speelplek komen omdat er mul zand ligt op de paden rondom de speeltuin.

Margriet noemde haar motie ‘Kom je ook mee buiten spelen?’ omdat ze vond dat die vraag aan alle Zwolse kinderen moet kunnen worden gesteld. “Als mensen elkaar op een speelse manier leren kennen, dan wordt een buurtgemeenschap een thuis, ook voor kinderen met een beperking. Die gaan vaak naar een speciale school die niet in hun eigen buurt staat. Ze worden opgehaald met de bus. Ze zitten veel thuis.”

“Vaak kennen zij daardoor minder volwassen en kinderen in hun eigen woonomgeving. Daardoor komt niemand hen vragen buiten te spelen. Ik wil dat ook deze kinderen, moe van het spelen, met een grote smile naar bed gaan. Je bereikt inclusiviteit en diversiteit op een natuurlijke manier als mensen elkaar leren kennen in een natuurlijke omgeving, zoals een speelplek.” 

Patrick: “Meedoen, elkaar zien, is zo belangrijk. Toen ik kind was in Ommen speelde ik ook veel buiten. Dat kon ik overal doen. Verderop woonde een spastisch jongetje, Arjen. Hij kon bijna nergens aan meedoen. Er stond in de buurt zo’n betonnen tafeltennistafel. Daar kon hij wel elke avond met ons tafeltennissen omdat hij met zijn rolstoel om de tafel kon racen. Die tafel stond namelijk op een verharde ondergrond. Nu ik volwassen ben realiseer ik me hoe waardevol dit voor Arjen, maar ook voor mijzelf, is geweest. Je gunt dit iedereen.”

“Het was het enige moment waarop wij als gezonde kinderen met een kind met een beperking in aanraking kwamen. Dat is heel belangrijk voor je persoonlijke ontwikkeling als mens. Dat Arjen mee kon doen vonden wij heel bijzonder, maar dát hij het kon was natuurlijk eigenlijk heel normaal. Nu moeten ouders met een kind met een beperking met de auto naar Zwolle-Zuid omdat hun kind alleen daar kan spelen. Straks kunnen ze terecht in hun eigen buurt of straat.” 

Margriet: “Je moet in je eigen wijk vrienden kunnen maken. Het is zo belangrijk voor kinderen als Arjen dat ze niet de hele dag hoeven te wachten tot er iemand komt.” Patrick: “Ik hoop dat voordeuren die dicht bleven straks opengaan en dat je overal hoort: kom je buiten spelen?” Margriet beklemtoont dat niemand zich verplicht moet voelen om gebruik te maken van de nieuwe speeltuinen. “Je mag best een keer nee zeggen, hoor. Of je meedoet blijft je eigen keuze.” Patrick: “Laat de voordeurbellen rinkelen, maar forceer niets.”

Patrick en Margriet bij een rolstoeltoegankelijke draaimolen
“ Lekker kunnen buitenspelen, dat gun je elk kind. ”

Met de speelplekken en het BOSS-beleid krijgen we volgens Patrick en Margriet een leukere stad. Margriet is blij dat - dankzij de medewerking van alle partijen en het college - haar droom uit 2020 uitkomt. “Iedereen in de gemeente Zwolle gaat, direct of indirect, genieten en profiteren van de speeltuinen. Je kunt er van elkaar leren en als je elkaar kent, accepteer je een ander makkelijker. Een speelplek moet een belangrijke ontmoetingsplek zijn voor jong en oud, dus ook voor mensen met een beperking.” 

Patrick: “Inclusiviteit en diversiteit beginnen met samenspelende kinderen, op plekken dichtbij hun huis. Kinderen maakt het geen bal uit waar andere kinderen vandaan komen, die maken geen onderscheid, die spelen gewoon met elkaar. Dat normale gedrag kun je met deze speeltuinen bij iedereen, dus ook bij volwassenen met en zonder beperking, stimuleren. Het kan best. Kijk maar naar de parken in Zwolle. Sinds corona worden die intensiever gebruikt voor picknicks en voor sporten. Achtergrond en kleur spelen daarbij geen rol.”

Margriet: “Mensen met een beperking kunnen ook normaal presteren en studeren. En lekker kunnen buitenspelen, dat gun je elk kind”. Patrick: “We hebben bij het BOSS-debat de gemeente de opdracht gegeven buurtbewoners en mensen met kennis en ervaring nauw te betrekken bij het uitvoeren van het beleid. De voedingsbodem voor inclusiviteit en diversiteit is goed in Zwolle. De nieuwe raad moet er wel voor zorgen dat het BOSS-beleid uitgevoerd wordt. Maar daar heb ik het volste vertrouwen in.”