Anne: “Als Mark Rutte probeert uit een patstelling te komen, dat zegt hij: ìk beloof u dit of dat, maar zijn zakken zijn leeg. Hij heeft de politiek persoonlijk gemaakt en dat is de kwaal van het liberalisme. Daardoor is er geen solidariteit meer. Na twaalf jaar VVD-beleid is de politiek uitgehold. De opdracht voor verenigd links is van Nederland weer een fatsoenlijk land te maken."

“Na twaalf jaar liberale propaganda zijn we vergeten dat er een verschil is tussen je partijprogramma en je verkiezingsstrategie. Je zou een gezamenlijke brede linkse strategie moeten ontwikkelen die gaat over de echt belangrijke dingen. Daarbinnen kun je ruimte openlaten voor de eigen favoriete onderwerpen van de partijen. Samenwerking op links is voor alle partijen belangrijk. Anders word je geen machtsfactor in de Tweede en de Eerste Kamer.” Bert: “Het is jammer dat links zo versnipperd is. Je kunt heel goed samenwerken als je het op hoofdpunten met elkaar eens bent en elkaar de ruimte gunt om op onderdelen andere standpunten in te nemen.”

Anne: “Helaas zie je onder jongeren dat er veel niet stemmen. Die zien niet hoe hun stem doorwerkt in ontwikkelingen waar zij achter staan.” Bert: “Ik denk dat veel stemmers op GroenLinks jonger zijn.” Anne: “Dat klopt wel. Maar een groot deel van de jongeren stemt dus helemaal niet. Als een linkse samenwerking eraan kan bijdragen dat ze het wel gaan doen, vind ik dat belangrijk. Laten wij zorgen voor goed onderwijs, zodat onze beste jongeren niet naar China hoeven te gaan voor hun studie. We zijn allemaal het slachtoffer van de liberalisering. Ik wil niet terug in de tijd; ik wil wel terug naar een land waarin we niemand achterlaten.”

“ Na twaalf jaar met Ruttes liberalisme is er geen solidariteit meer ”

“Het gaat niet goed met de politiek. Ik zie de overheid falen. Kabinetten kunnen vallen en gewoon weer terugkomen. Er is geen controle op. Mensen willen weten hoe ze beter worden van links beleid. Ze stemmen rechts omdat rechts een goednieuws-verhaal heeft en links niet. We moeten hard werken aan een nieuw institutioneel vangnet, de sociaaldemocratie opnieuw uitvinden. Links heeft nu het goede verhaal niet. Mensen stemmen op partijen waarvan ze denken dat ze er als individu het meeste baat van hebben. Ze stemmen rechts omdat ze niet meer geloven in collectiviteit.”

“De linkse boodschap moet zijn: we willen de nationale strippenkaart terug. Dat is voor mij een metafoor voor collectiviteit. Het is één van de meest effectieve instituties die ik ooit ben tegengekomen. De kaart was voor iedereen hetzelfde. Je kon ermee in iedere vorm van openbaar vervoer stappen. Het maakte niet uit of je kind was of volwassene. Er was één soort abonnement. De strippenkaart was als collectief instrument ook nog eens goedkoper dan alle andere systemen. Nu betalen we elektronisch. Dat kost stroom en het genereert veel schaduwwerk met dure consultants en IT’ers.”

GroenLinks en de PvdA vormen in de Eerste Kamer een grote fractie, maar bij de Provinciale Statenverkiezingen was de BoerBurgerBeweging (BBB) de echte winnaar. Bert: “De megawinst van Caroline van der Plas – alleen al in Overijssel ging ze van 0 naar 17 zetels - is bijzonder teleurstellend. Ik heb niks tegen mevrouw Van der Plas persoonlijk. In een aantal dossiers heeft ze misschien groot gelijk. Er is natuurlijk veel misgegaan op het gebied van de aanpak van de klimaatcrisis en het geven van duidelijkheid aan de landbouw. De woningnood is nog steeds gigantisch; de problemen met het openbaar vervoer zijn niet opgelost. Er is een enorme kloof ontstaan tussen burgers en overheid. Ik begrijp dat mensen zeggen: ‘Ze doen daar maar in Den Haag’ en op de BBB stemmen.”

Anne: “Dat de BBB zo groot kon worden, is een gemiste kans van links. De linkse partijen zijn te star geweest ten aanzien van de stikstofdoelstellingen. We hebben het ook aan onszelf te wijten dat de BBB groot is geworden. Ook ik heb die groei op mijn geweten. Wij hadden beter moeten luisteren naar de boeren. Zij hebben geen baat bij een stikstofcrisis. GroenLinks heeft als milieubewuste partij boeren heel veel te bieden. We kunnen veel meer samendoen. Misschien komt het omdat de leiders van GroenLinks grotendeels uit de grote steden komen en dat met boeren in gesprek gaan niet in hun comfortzone ligt. Ik heb zelf heel veel zin om met boeren in gesprek te gaan."

Dr. Anne Scheinberg (70) werd geboren in Boston in de Verenigde Staten. “Ik stam uit een opklimmend intellectueel-seculair joods gezin.” Van rechts moest Anne als jonge vrouw al niets hebben. “Mijn stiefmoeder was politica in New York City. Zij maakte als planningscommissaris Donald Trump mee die als jonge vastgoedontwikkelaar toen al zijn vergunningen overschreed. Mijn moeder heeft ervoor gezorgd dat hij zes meter van een gebouw moest afschaven. Hij had een brug gebouwd waar hij geen recht op had en die moest hij dankzij mijn moeder afbreken. Hij was toen al een walgelijk en onbeschoft persoon, zei mijn moeder. Als iets hem niet beviel, liep hij vaak zonder iets te zeggen zomaar weg.”

Anne Scheinberg

Annes expertise is duurzaamheid. Ze is internationaal actief en gekend op dit terrein. Anne studeerde antropologie, taalkunde en bestuurskunde en promoveerde in Wageningen op het vakgebied mediasociologie. Anne woont sinds 1999 in Nederland. Zeven jaar geleden vestigde ze zich in Zwolle. Ze runt hier een eigen bedrijf met haar man Hans, die ze in Nederland leerde kennen. Het echtpaar verricht nationaal en internationaal adviserings- en projectwerk op het gebied van duurzaamheid en circulariteit. Anne is “een geboren en getogen” Democraat. “In Amerika is er maar één smaak op links. Ik zocht hier sowieso naar een groene partij. Als die ook links was, was dat mooi meegenomen. De PvdA was mij niet groen genoeg. GroenLinks was me eigenlijk niet links genoeg, maar paste toch het beste bij mijn opvattingen.”

Bert Docter

Bert Docter (68) is geboren en getogen in Zwollerkerspel, een gemeente die in 1967 werd opgeheven. In 1972 ging Bert arbeidssociologie studeren in Amsterdam. Hij studeerde af in economie. Bert werd als student lid van de Communistische Partij van Nederland (CPN) omdat die partij zich keerde tegen de Vietnamoorlog en acties organiseerde tegen de Amerikaanse bombardementen. “Ik had enorm veel respect voor het Vietnamese volk. Het was een enorme prestatie hoe de Vietnamezen eerst tegen de Fransen en later de Amerikanen vochten.” Belangrijk voor Bert was ook dat de CPN een actieve rol had in het verzet tegen de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog.

Bert bleef actief lid van de CPN tot deze in 1990 tot GroenLinks fuseerde, samen met de Pacifistisch-Socialistische Partij (PSP), de Politieke Partij Radikalen (PPR) en de Evangelische Progressieve Volkspartij (EPV). “GroenLinks is een heel ander type partij geworden dan de CPN. Op CPN-congressen kwamen mensen uit verschillende bevolkingsgroepen. Havenarbeiders en bouwvakkers, maar ook mensen uit de culturele en medische wereld - en natuurlijk steeds meer studenten.”

“Mensen die met hun handen werken, zijn ondervertegenwoordigd in GroenLinks. Het is heel mooi dat mensen met een hogere opleiding actief zijn maar het zou nog mooier zijn als er meer buschauffeurs en bouwvakkers lid worden.” De jaren zeventig waren de mooiste tijd voor links, herinnert Bert zich. “De jaren tachtig waren een rommelige tijd voor linkse partijen. Ze leden grote verliezen.” Na zijn studie keerde Bert in 1981 terug naar Zwolle. Hij werkte in het onderwijs, onder andere als cursusleider bij educatieve instelling in Zwolle, en hij werkte bij de gemeente Zwolle en het kadaster in parttimebanen omdat er brood op de plank moest komen.

Berts echte passie lag en ligt bij het vrijwilligerswerk. Hij besteedde er veel tijd aan. Hij deed hier veel werk voor de CPN en hij zette zich in voor de arme kant van Zwolle bij de Wereldwinkel, de Vredesbeweging, Comité Zwolle tegen Apartheid en het Crisiscomité Zwolle. Bert was voor GroenLinks twaalf jaar lid van de Provinciale Staten van Overijssel en zat één periode in de gemeenteraad van Zwolle. Bert was jarenlang voorzitter van afdeling Zwolle van GroenLinks. Hij combineerde al zijn werkzaamheden met een succesvolle studie staats- en bestuursrecht.

In zijn lange politieke carrière is Bert één ding duidelijk geworden. Samenwerking loont. “Als je in Nederland iets wilt veranderen, dan moet je zo sterk mogelijk staan. Verdeeldheid in de arbeidersbeweging heeft tot veel schade geleid. In de raad van Zwolle gingen in 1982 de PSP en de CPN samenwerken. In 1986 ging ook de PPR met ons meedoen. De drie partijen waren gezamenlijk nog klein. De VVD, het CDA en de PvdA maakten - soms samen met D66 - de dienst uit. In Zwolle was er in mijn tijd wel regelmatig overleg tussen de voorzitters van de progressieve partijen. Het zou goed zijn als GroenLinks zich breder oriënteert dan alleen op de PvdA.”

“ Verdeeldheid in arbeidersbeweging heeft tot veel schade geleid ”

Bert is erg voor een linkse samenwerking maar zet wel kanttekeningen bij sommige linkse partijen. “De PvdA ging regeren in de paarse kabinetten met de VVD. Dat leidde tot neoliberalisme, marktwerking, schaalvergroting, privatisering en schuivende panelen. De Partij voor de Dieren? Waarom is die nodig. GroenLinks komt toch ook op voor de dieren. En waarom Volt? We werken als GroenLinks toch al jaren goed samen met de andere groene en linkse partijen in het Europese Parlement? En dan komen er enkele jongelui die een Europese partij oprichten… Na de fusie in 1990 heb ik getwijfeld tussen lid worden van de SP of bij GroenLinks blijven. GroenLinks omarmde het individualisme en dat vond ik geen goed idee.” Uiteindelijk werd het toch GroenLinks.

Bert is het lang niet op alle fronten eens met de koers van de partij. Hij is geen voorstander van samenwerking met de BBB. Hij is wel blij met de samenwerking met de ChristenUnie (CU) in Zwolle. “GroenLinks is hier even groot als de CU en GroenLinks heeft twee wethouders. Als ik in de jaren tachtig had voorspeld dat we zo zouden groeien, had niemand me geloofd.” Hoewel Bert blij is met elke winst is hij niet te spreken over de bewuste strategie van GroenLinks de grootste te willen worden. “Jesse Klaver schrijft daar steeds mailtjes over, maar het is een illusie. De positie van links is met dat de grootste willen zijn niet verbeterd. Het is ook niet de goede boodschap. De grootste worden, daar gaat het niet om. Nu is juist rechts veel sterker geworden.”

Anne en Bert vinden het belangrijker dat groen en links met een sterk en eenduidig gemeenschappelijk inhoudelijk verhaal komen. Anne: “Bij de provincie Overijssel ondersteun ik gemeenteraden bij participatietrajecten. Je krijgt mensen mee als je naar hen luistert, met hen in gesprek gaat. Links moet vragen stellen in plaats van de ander proberen te overtuigen. Mensen die voelen dat hun bestaansrecht onder druk komt te staan, gaan uit angst op rechts stemmen. Dat is de subtiele agenda van rechts. Mensen meer en meer in het nauw drijven door bijvoorbeeld op het platteland minder bussen te laten rijden of geen studiebeurzen meer te geven.”

“De linkse partijen moeten gezamenlijk met een langere termijnvisie komen. Links heeft een enorme kans om zich te associëren met standvastigheid. Met consequent blijven. Met als je A zegt, moet je ook B zeggen. Je moet niet alles dat even niet lukt weer in de ijskast zetten. Het is belangrijk alle stemmen te horen maar de regering moet de knopen doorhakken, de besluiten nemen. Maar zelfs als er een deal is, worden zaken nu niet in de praktijk uitgevoerd. Het is allemaal schijn.” Bert: “Het huidige beleid is te vaak papieren beleid. Met mooie volzinnen als ‘iedereen doet mee’ en ‘we zorgen voor iedereen”. Maar daar zie je in de praktijk te weinig van terug. Bij de uitvoering gaat het mis."

Anne: “We moeten terug naar de basis: huisvesting, eten, onderwijs, gelijke kansen. Als je belasting betaalt, moet je kunnen stemmen en dus deel kunnen uitmaken van de democratie. De essentie van goede linkse politiek is dat je de vaardigheid hebt in gesprek te gaan met mensen met wie je het principieel niet eens bent, maar bij wie ook de Overijsselse Vecht langs hun huis stroomt. Het is heel makkelijk om beschaafd te zijn met iemand met wie je het eens bent. In mijn werk zeg ik vaak: het gaat bij discussies om beschaafde onenigheid. Maar uiteindelijk is het het beste niet te kijken naar de verschillen tussen mensen, maar naar de overeenkomsten.”