De fractie van GroenLinks-De Groenen heeft tijdens de bespreking van het bouwplan voor de Burgemeester Roelenweg te kennen gegeven geen voorstander te zijn van een afwijking van de maximale hoogte die de gemeenteraad eerder heeft vastgelegd: 30 meter. Als er al afgeweken zou moeten worden van het gestelde maximum, dan kan dat pas na een grondige afweging in samenhang met de overige bouwwerken rond het 'Waterplein': de vier markante hoekpunten Maagjesbolwerk, Kraenbolwerk, de toren aan het Willemsplein en aan de Pannekoekendijk/Roelenweg.

De fractie vindt het namelijk niet helemaal ondenkbaar dat in de loop van de tijd na het vaststellen van een programma van eisen ontwikkelingen plaatsvinden die vragen om een bijstelling van de kaders. Zo’n bijstelling vereist dan wel een grondige overweging.
Naar de mening van GroenLinks-De Groenen is het huidige verzoek van het college inzake het bouwplan Roelenweg-Oost niet grondig genoeg onderbouwd. Zo wijst de second opinion die prof Dijkstra - nota bene op verzoek van het college - heeft verricht, in een andere richting dan architectenbureau DeZwarteHond heeft gekozen om een extra bouwvolume te realiseren.

Daarnaast zijn er vragen te stellen bij de noodzaak tot meer studentenhuisvesting ten behoeve van het Honours College, een initiatief dat nou niet direct een vliegende start heeft gemaakt. Eerst moesten en zouden er op stel en sprong wel vijfhonderd studentenwoningen uit de grond worden gestampt, nu zelfs nog meer... maar wat blijkt: er hebben zich nog maar een handvol studenten aangemeld en het hele project wordt een jaar uitgesteld.

Waterplein
Ten slotte blijft bij het aanpassen van de maximale bouwhoogte in de ogen van GroenLinks-De Groenen één cruciaal aspect ten onrechte buiten beeld. Het Stedebouwkundig Programma van Eisen spreekt beeldend van een Waterplein. Aan dat Waterplein komen vier markante hoekpunten: Maagjesbolwerk, Kraenbolwerk, de toren aan het Willemsplein en die van de onderhavige locatie.
Ons voorstel is om volume en met name bouwhoogte van alle vier deze hoekpunten in samenhang met elkaar en tot de totale ruimtelijke kwaliteit van het waterplein tegen elkaar af te wegen. Dat kan dan leiden tot een weloverwogen en integrale afweging van de programma’s van eisen voor de drie nog te bebouwen locaties aan het waterplein. Wat ons betreft is Professor Tjeerd Dijkstra met zijn zorgvuldige second opinion een prima en reeds ingewerkte kandidaat om dat onderzoek naar de bouwhoogten rond het waterplein uit te voeren.
Wat ons betreft valt pas met behulp van zo’n grondige aanpak te praten over aanpassing van de vastgestelde kaders.