Zwolle, 23 augustus 2012,
Betreft: interpellatie ex art. 50 RvO m.b.t. beëindiging demonstratie van asielzoekers door de gemeente.
Aan de Voorzitter van de gemeenteraad,
Vanaf 20 augustus protesteerden in Zwolle een groep asielzoekers voor het gebouw van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) om hun standpunten kracht bij te zetten.
Door de locoburgemeester werd donderdag 23 augustus besloten om de demonstratie te beëindigen.
Hoofdmotief
Het beëindigen van de demonstratie staat volgens GroenLinks op gespannen voet met artikel 9 van de Grondwet (uitgewerkt in de Wet Openbare Manifestaties) die het recht van demonstratie erkent.
Grondwet Artikel 9
1.
Het recht tot vergadering en betoging wordt erkend, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet.
2.
De wet kan regels stellen ter bescherming van de gezondheid, in het belang van het verkeer en ter bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden.
De demonstratie werd beëindigd met het argument dat de demonstratie niet was aangemeld. De locoburgemeester beroept zich hierbij op artikel 7 van Wet openbare manifestaties. Ons inziens wordt hier te makkelijk voorbijgegaan aan artikel 2 van de Wet openbare manifestaties, waarin beperkingen staan om een betoging te beeindigen.
Wet openbare manifestaties Artikel 2
De bij of krachtens de bepalingen uit deze paragraaf aan overheidsorganen gegeven bevoegdheden tot beperking van het recht tot het belijden van godsdienst of levensovertuiging en het recht tot vergadering en betoging, kunnen slechts worden aangewend ter bescherming van de gezondheid, in het belang van het verkeer en ter bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden.
De locoburgemeester kan een demonstratie slechts beëindigen in het belang van de openbare orde, het verkeer en de volksgezondheid. De locoburgemeester heeft daarbij wel de verplichting om verantwoording af te leggen en aannemelijk te maken dat de openbare orde of volksgezondheid in gevaar was.
De berichtgeving van de locoburgemeester en onze eigen waarneming maakt dat ons inziens onvoldoende aannemelijk. De vraag rijst dan ook of het optreden van de locoburgemeester gerechtvaardigd was. Daarnaast wijzen we erop dat de locoburgemeester in juridisch opzicht ook een andere beslissing had kunnen nemen. Het volgende artikel biedt hiertoe mogelijkheden:
Artikel 2.1.2. van de APV
De burgemeester kan in bijzondere omstandigheden de in het eerste lid genoemde termijn verkorten en een mondelinge kennisgeving in behandeling nemen.
Het recht op demonstreren is een kernwaarde van onze Nederlandse democratie. Dat is hier van bijzonder belang, omdat het om een groep mensen gaat die vanuit een machteloze positie aandacht vraagt voor hun grieven en naar verbetering van de leefsituatie streeft.
Daarom stellen wij de portefeuillehouder de volgende vraag;
1.
Bent u het met ons eens, gezien het bovenstaande, dat het door u genoemde hoofdmotief om de demonstratie te beëindigen op gespannen voet staat met een grondrecht, deze maatregel niet proportioneel is en dat ook de argumenten hiervoor onvoldoende zijn, dan wel onvoldoende zijn onderbouwd, om de demonstratie te beëindigen? Zo ja, welke consequenties verbindt u hier dan aan? Zo nee, welke dringende redenen voor de volksgezondheid, openbare orde en/of verkeer waren in het geding en welke alternatieven zijn overwogen en op welke grond afgevallen?
Namens de fractie van GroenLinks,
Rana Berends