Voor Monique heeft behalve cultuur de energietransitie, bij uitstek een GroenLinks-punt, zeer hoge prioriteit. “We willen dat mensen daar zelf mee aan de slag kunnen. We geloven in lokale initiatieven. Je moet niet van bovenaf opleggen wat burgers moeten doen. De energiecorporatie Tolhuislanden is een mooi voorbeeld van een burgerinitiatief. We blijven volop inzetten op de ambities die in het coalitieakkoord staan. Aanvankelijk vonden de andere partijen die energietransitie een moeilijk verhaal. Het was geen knuffelonderwerp waarmee ze wilden scoren.”
“Ze zeiden tegen mij: ga jij het maar lekker doen. Ik ben een klimaatdrammer, dus ik vind dat we op dit terrein geen keus hebben. Maar ik ben ook een realist. Als we het in Zwolle echt goed willen doen bij de energietransitie, dan hebben we nog veel geld en steun nodig van het rijk. We hebben nu 2 miljoen klaarliggen, maar dat zou minimaal 4 miljoen moeten zijn. Den Haag moet in beweging komen. Zwolle is zeer gemotiveerd. Ik moet mijn energieteam af en toe afremmen.”
Eén van de belangrijkste ontwikkelingen is de inzet van geothermie ofte wel aardwarmtewinning in het noorden van de stad. Monique: “Het is een complex verhaal om de warmteketen – bron, distributie, levering en vooral de afname - te organiseren. We willen daarom in 2022 een warmtebedrijf oprichten dat zich hiermee bezig gaat houden. Ik kom in januari met een voorstel. De verwachting is dat we tussen de vijf- en achtduizend woningen kunnen verwarmen dankzij geothermie.”
“Toch mogen we de ambities voor de energietransitie nog een tandje scherper maken. De geplande windmolens staan er nog niet allemaal. We willen molens neerzetten die honderd procent eigendom zijn van particulieren. Daardoor duurt het wat langer voor we het project hebben gerealiseerd. We willen meedoen aan een pilot om in Europa met honderd steden in 2030 energieneutraal te zijn. Als we geluk hebben kunnen we in Zwolle met Europese steun al voor 2030 belangrijke stappen zetten. Ik zou dolgraag met onze stad klimaatkoploper willen worden.”
De wethouders zijn niet bang dat corona het sociale weefwerk in de maatschappij blijvend zal aantasten. Monique: “Je moet wel goed gebruikmaken van het bestaande sociale netwerk in de stad en eenieder zijn eigen gedachten gunnen.” Dorrit: “Het valt wel mee met de polarisatie. Ik zie eerder dat we een steeds inclusievere stad worden. We zijn een regenbooggemeente. We hebben de eerste Keti Koti-herdenking georganiseerd en na de Black Lives Matter-demonstratie hebben we dialoogtafels gehouden.”