Stan Vergeer (31), burgerraadslid voor GroenLinks in Zwolle, noemt een door het water verwoest Zwolle “natuurlijk een ultiem doemscenario, maar het is niet ondenkbaar.” Hij maakt zich grote zorgen over mogelijke ernstige overstromingen enerzijds en grote droogte anderzijds in deze regio. Dat doet ook Theo Peenstra (56), raadslid voor GroenLinks in deze stad. Theo: “Mensen die de risico’s zien, zullen het steeds vaker hogerop gaan zoeken. Ik heb tegen mijn kinderen van 18 en 21 gezegd: je kunt beter in Apeldoorn gaan wonen dan in Zwolle als je het droog wilt houden. Dan weet je zeker dat je huis over vijftig jaar nog droog staat.”

Sociaal geograaf Theo en waterbeheerspecialist Stan maken zich niet alleen uit politieke overtuiging druk om (toekomstige) extreme watersituaties in Zwolle en omgeving. Beiden zijn vanuit hun vakgebied ook nauw betrokken bij de materie. Theo als lerarenopleider bij hogeschool Windesheim en auteur en redacteur van schoolboeken over zaken als milieu en landschap. Stan is beleidsontwikkelaar voor water en klimaat bij de gemeente Kampen. Beiden wonen in Stadshagen: Theo met zijn vrouw; Stan met zijn hond.

Theo is een fervent fietser. Hij ziet tijdens zijn ritten de natuur veranderen door menselijk handelen en klimaatverandering. Wat hij waarneemt, baart hem zorgen. “Zwolle ligt aan de IJssel en de Vecht maar we hebben in de binnenstad vooral overstromingsgevaar te duchten van de in het oosten gelegen weteringen die dwars door de stad lopen en waarvan het water in het Zwarte Water belandt. Recent stond het water in de Thorbeckegracht tot het randje.”

“Het centrum is in feite buitendijks gebied. Het staat in open verbinding met de Vecht en het Zwarte Water. Tussen de IJssel en Zwolle ligt gelukkig een dijk, die ons beschermt. Verder heeft Zwolle te maken met opstuwing van water uit het IJsselmeer bij westenwind. Daar kunnen we weinig aan doen. Het IJsselmeerpeil wordt mede bepaald door hoogte van de Waddenzee. Via de ondergrond bereikt ook veel kwelwater ons, afkomstig van de Veluwe. Dat gaat langzaam, maar we moeten er ook rekening mee houden. Het water komt van alle kanten naar ons toe.”

Theo Peenstra
“ Reëel overstromingsgevaar dreigt voor de binnenstad ”

Stan: “Het is toch ook te gek voor woorden dat wij in het westen van het land nog steeds blijven bouwen op plekken die 6 meter onder NAP liggen. Het is logisch dat mensen vanuit de Randstad vertrekken en op de Veluwe of in de Achterhoek gaan wonen omdat je daar hoog zit.” Het is nog niet de laat. Stan en Theo zien genoeg mogelijkheden het tij de keren, maar dan moeten we in Nederland ingrijpende keuzes maken. Dat geldt zeker voor Zwolle met haar bijzondere ligging ten opzichte van het water. 

Stan: “De binnenstad loopt een reëel gevaar omdat de dijken langs weteringen in het oosten niet zo sterk zijn.” Theo: “De impact op de binnenstad zal niet zo heel groot zijn omdat het water niet met veel geweld zal binnenstromen of heel hoog zal komen te staan. Maar ondergelopen straten en kelders zullen niet zijn te voorkomen als het IJsselmeerpeil verder stijgt. De hoogteverschillen binnen de binnenstad zijn bovendien best groot. De Diezerstraat ligt veel hoger dan het Gasthuisplein, bijvoorbeeld. In de steegjes tussen beide straten kun je dat goed zien. Binnen het overstroomde gebied zullen de verschillen qua impact dus behoorlijk zijn.”

Stan Vergeer

Stan: “Gelukkig zullen de rivierdijken niet zo gauw doorbreken. Maar doen ze dat wel, dan staat in het hele gebied hier 1,5 meter water.” Theo: “Een hoge IJsselstand door een grote afvoer of door opstuwing vanuit het IJsselmeer kan in Zwolle trouwens wel problemen geven. De vraag is: hoe hard moet je je tegen het water verdedigen? Sterkere en hogere dijken bouwen langs de kanalen en weteringen, daarmee zou je de binnenstad veiliger maken. Het waterschap werkt al hard aan de rivierdijken. Maar dat helpt de binnenstad niet. Ik pleit voor een extra bypass ten oosten van Zwolle vanaf de IJssel naar de Vecht. Daarmee zou je de binnenstad heel goed beschermen.”

“Die bypass is nu nog niet dringend nodig maar over 20, 30 jaar wel. Daarom moeten we in het buitengebied geen grote infrastructuren bouwen, dus ook geen woningen. We hebben die ruimte bovendien nodig om water te bergen als voorraad voor tijden van droogte.” Stan: “Dat is één van de redenen waarom GroenLinks pleit voor inbreiding. Dat is bouwen in de bestaande stad. We zijn uit milieuoverwegingen tegen woningbouw in natuurgebieden, maar dus ook vanwege het waterbeheer.”

Nederland zal steeds vaker te maken krijgen met extreem weer. We moeten ons niet alleen wapenen tegen overlast door het water maar ook tegen langdurige droogte. GroenLinks zet daarom sterk in op het “omarmen van het water”, zoals Theo het noemt. Ons land is heel goed in het zo snel mogelijk wegwerken van overtollig water maar daar zouden we mee moeten stoppen. Theo: “We moeten water kunnen vasthouden als buffer voor periodes van weken of zelfs maanden waarin er geen regen zal vallen. Dan moet je voldoende water op voorraad hebben, ook voor de drinkwatervoorziening en de landbouw.”

Stan vult aan: “Ook in de stad zie je problemen door droogte. Ons groen raakt in slechte staat en funderingen worden aangetast. De bodem daalt en dat levert schade aan wegen en panden op. De droogteschade kan in de miljoenen gaan lopen. De droogte raakt echt niet alleen de boeren maar ook de stadsbewoners.” Theo: “In Zwolle hebben we gelukkig nog de Veluwe als ‘watertoren’, maar we moeten nu keuzes maken en maatregelen nemen voor de toekomst. En dat betekent niet meer keihard de deur dichtgooien voor het water maar de natuur toelaten en niet proberen die naar onze hand te zetten.”

Een cruciale rol in natte maar ook in droge tijden speelt de IJssel. Stan: “De IJssel en de Waal voeren beide water af richting het westen. De diepe Waal stroomt echter harder uit dan de IJssel. Daardoor verdwijnt er veel water via de Waal naar het westen en daar hebben we zomers al flink last van. Dan is het peil in de IJssel te laag in ondermeer Deventer en Zutphen. De havens daar zijn dan niet bevaarbaar. De bodem van de Waal moet worden opgehoogd zodat er meer water via de IJssel stroomt.”

“ Extra bypass noodzakelijk tussen de IJssel en de Vecht ”

GroenLinks neemt het voortouw bij bepleiten van meer ruimte voor water en groen. Stan: “Wij zijn het gezicht van dat denken, maar we hebben gelukkig genoeg bondgenoten in de raad.” Mensen die voor het waterbeheer iets moeten inleveren, zoals de boeren die grond kwijtraken, moet je compenseren, vindt GroenLinks. En Zwolle moet volgens Theo ook samenwerken met partijen in de ruime omgeving en in het buitenland.

Theo: “Het rivierwater komt onder andere uit Zwitserland en Duitsland. Wat daar gebeurt, heeft ook invloed op de situatie hier. Maar je kunt als stad wel je eigen maatregelen nemen en dat moet je ook doen.” Stan: “We moeten anders gaan denken over water. Als er water op straat blijft staan of in je kruipruimte, dan moet je dat niet meer als een probleem zien maar als een deel van de oplossing.” Om die reden heeft Zwolle een hemelwaterverordening vastgesteld die bepaalt hoe we met ‘water van boven’ dienen om te gaan.

Stan: “Vroeger was het beleid: water zo snel mogelijk wegpompen. Nu kiezen we voor water vasthouden. Dat doen we door het in de bodem te infiltreren. Dat is niet makkelijk want de ondergrond van Zwolle maakt het moeilijk. De grondwaterstanden zijn hoog, dus er kan niet veel water bij. In Stadshagen ligt veel veen en klei. Daar dringt water lastig doorheen. Daarom leggen we daar wegen aan met een waterdoorlatend wegdek van poreuze klinkers. Onder de wegen ligt een dik pakket zand, waarin water wel wegzakt. Het water kan dus langs en door de stenen weg.”

Belangrijk is volgens Theo en Stan ook dat er in de stad sowieso zo min mogelijk verharding ligt. De simpelste oplossing voor waterberging is: stenen eruit. Het zogenoemde tegelwippen. Groenvoorzieningen, zoals grasvelden, zijn ideaal om water te behouden. Theo en Stan checken nieuwe bestemmingsplannen daarom altijd op dit punt. Mede dankzij GroenLinks krijgt Zwolle steeds meer zogeheten wadi’s, bijvoorbeeld in Stadshagen, waarmee water wordt bewaard. In oude versteende wijken als Assendorp moet er door de gemeente harder worden ingegrepen.

Stan: “Assendorp is heel kwetsbaar voor wateroverlast. Vorig jaar was het in de zomer en in december raak.” Theo: “Door de natuurlijke hoogteverschillen loopt het water in Assendorp ook nog eens naar één punt.” Stan: “Het Azaleapark is daarom heringericht voor extra wateropvang. In de kop van Assendorp kun je met andere stratenprofielen het nodige bereiken. Maar de eenvoudigste oplossing is kiezen voor een beleid dat uitgaat van meer groen aanleggen en minder parkeren. Het water kan dan makkelijker op een natuurlijke manier in de bodem worden opgeslagen.”

De komende jaren moet ook Zwolle keuzes maken die bepalend zijn voor onze toekomst. Stan: “We mogen de generaties na ons niet belemmeren. Daarom moeten we nu kijken naar wat er de komende vijftig jaar moet gebeuren. We kunnen het ons niet permitteren aan korte termijn-denken te doen.” Theo: “Er zijn ook partijen in de raad die de buitengebieden economisch willen benutten en er willen bouwen. Begrijpelijk, maar dan denk je niet duurzaam.” Stan: “Je zet jezelf klem als je nu gaat bouwen in de buitengebieden.”

Theo: “De maatregelen die noodzakelijk zijn kosten nu veel geld en ruimte en je ziet niet meteen effect. Daarom moet de gemeente zorgen voor voldoende draagvlak door beter te communiceren met de bevolking. Het is nu nog te veel eenrichtingsverkeer.” Stan: We moeten met zijn allen anders gaan denken. Een stad moet je niet als vast gegeven zien, maar als iets dynamisch. We moeten af van het idee dat woningen honderden jaren moeten kunnen blijven staan. Je kunt ook tijdelijk, circulair en modulair bouwen. Dan kun je een wijk over vijftig jaar weer weghalen en elders hergebruiken.”