Bert is erg voor een linkse samenwerking maar zet wel kanttekeningen bij sommige linkse partijen. “De PvdA ging regeren in de paarse kabinetten met de VVD. Dat leidde tot neoliberalisme, marktwerking, schaalvergroting, privatisering en schuivende panelen. De Partij voor de Dieren? Waarom is die nodig. GroenLinks komt toch ook op voor de dieren. En waarom Volt? We werken als GroenLinks toch al jaren goed samen met de andere groene en linkse partijen in het Europese Parlement? En dan komen er enkele jongelui die een Europese partij oprichten… Na de fusie in 1990 heb ik getwijfeld tussen lid worden van de SP of bij GroenLinks blijven. GroenLinks omarmde het individualisme en dat vond ik geen goed idee.” Uiteindelijk werd het toch GroenLinks.
Bert is het lang niet op alle fronten eens met de koers van de partij. Hij is geen voorstander van samenwerking met de BBB. Hij is wel blij met de samenwerking met de ChristenUnie (CU) in Zwolle. “GroenLinks is hier even groot als de CU en GroenLinks heeft twee wethouders. Als ik in de jaren tachtig had voorspeld dat we zo zouden groeien, had niemand me geloofd.” Hoewel Bert blij is met elke winst is hij niet te spreken over de bewuste strategie van GroenLinks de grootste te willen worden. “Jesse Klaver schrijft daar steeds mailtjes over, maar het is een illusie. De positie van links is met dat de grootste willen zijn niet verbeterd. Het is ook niet de goede boodschap. De grootste worden, daar gaat het niet om. Nu is juist rechts veel sterker geworden.”
Anne en Bert vinden het belangrijker dat groen en links met een sterk en eenduidig gemeenschappelijk inhoudelijk verhaal komen. Anne: “Bij de provincie Overijssel ondersteun ik gemeenteraden bij participatietrajecten. Je krijgt mensen mee als je naar hen luistert, met hen in gesprek gaat. Links moet vragen stellen in plaats van de ander proberen te overtuigen. Mensen die voelen dat hun bestaansrecht onder druk komt te staan, gaan uit angst op rechts stemmen. Dat is de subtiele agenda van rechts. Mensen meer en meer in het nauw drijven door bijvoorbeeld op het platteland minder bussen te laten rijden of geen studiebeurzen meer te geven.”
“De linkse partijen moeten gezamenlijk met een langere termijnvisie komen. Links heeft een enorme kans om zich te associëren met standvastigheid. Met consequent blijven. Met als je A zegt, moet je ook B zeggen. Je moet niet alles dat even niet lukt weer in de ijskast zetten. Het is belangrijk alle stemmen te horen maar de regering moet de knopen doorhakken, de besluiten nemen. Maar zelfs als er een deal is, worden zaken nu niet in de praktijk uitgevoerd. Het is allemaal schijn.” Bert: “Het huidige beleid is te vaak papieren beleid. Met mooie volzinnen als ‘iedereen doet mee’ en ‘we zorgen voor iedereen”. Maar daar zie je in de praktijk te weinig van terug. Bij de uitvoering gaat het mis."
Anne: “We moeten terug naar de basis: huisvesting, eten, onderwijs, gelijke kansen. Als je belasting betaalt, moet je kunnen stemmen en dus deel kunnen uitmaken van de democratie. De essentie van goede linkse politiek is dat je de vaardigheid hebt in gesprek te gaan met mensen met wie je het principieel niet eens bent, maar bij wie ook de Overijsselse Vecht langs hun huis stroomt. Het is heel makkelijk om beschaafd te zijn met iemand met wie je het eens bent. In mijn werk zeg ik vaak: het gaat bij discussies om beschaafde onenigheid. Maar uiteindelijk is het het beste niet te kijken naar de verschillen tussen mensen, maar naar de overeenkomsten.”