GroenLinks heeft wijkgericht werken (wijkwerk) al lang hoog op de agenda staan. In 2008 kozen we in onze brochure Wijkwerk voor onze inwoners en voor maatwerk. Enkele van onze uitgangspunten van destijds:
1. Neem wat de burgers als een wijk ervaren als uitgangspunt.
2. Elke wijk heeft een positie op wat je kunt noemen de wijkparticipatieladder. Stem het wijkwerk hier op af.
3. De Vrijwilligerscentrale ondersteunt bij het matchen van vraag en aanbod.
De wijkaccommodaties zijn er vóór de inwoners. En als het goed gaat straks ook steeds meer ván de inwoners. Het door de gemeente overgenomen pleidooi hiervoor van de integratieraad onderschrijft onze fractie daarom van harte. Ook het overzicht dat met het onderzoek nu op tafel ligt is goed.
Tegelijkertijd missen wij ambitie bij het college. Alle beschikbare informatie leidt slechts tot 1 aanpassing: het afschaffen van de om-niet-regeling uit 1987. Wij denken dat er meer aanpassingen in het beleid mogelijk en wenselijk zijn. Wij zijn bang dat er anders straks te weinig concrete knelpunten worden opgelost en met deze nota ook niet opgelost gaan worden.
Het gaat voor onze fractie dan met name om de volgende 3 punten
1. De criteria die gehanteerd worden voor de verdeling van de subsidies zijn al eerder (juli 2011) door de raad vastgesteld. In de uitwerking constateren wij echter dat het gemiddelde waar een wijk op scoort niet zo heel veel zegt. In de gemengde wijken - die we steeds meer bouwen - worden de uitersten ook groter. Zo verschilt in Wipstrik de sociale cohesie in het Noorden en Zuiden van de wijk een vol procentpunt.
Wij pleiten hier voor maatwerk. Kijk goed naar een wijk, kijk dan dieper dan gemiddelden, en kijk naar wat inwoners ervaren. Ga ook met hen in gesprek! – ons 1e en 2e uitgangspunt uit 2008
2. Bezuinigingen willen we allemaal het liefst voor elkaar krijgen door efficiënter te werken. Vanuit de verschillende deelbelangen ziet de organisatie mogelijkheden. En andersom de wijkcentra. Het lukt niet altijd de belangen goed en tijdig bij elkaar te krijgen.
Pas de ambtelijke organisatie aan. Creëer een aanspreekpunt in de ambtelijke organisatie, met doorzettingsmacht. Dat zouden heel goed de wijkmanagers kunnen zijn.
3. Het ene wijkcentrum is het andere niet. Historisch zijn er grote verschillen ontstaan. Die veelkleurigheid willen wij koesteren. Het voorliggende subsidiebeleid komt daar niet altijd aan tegemoet. Zo maken wij ons zorgen over de speeltuin bij de Bestevaer. Kort nadat ik in Zwolle kwam wonen, er vlak tegenover, begreep ik al dat het een fenomeen is in de stad.
Wij vragen het college zich in te spannen voor creatieve en concrete oplossingen voor de knelpunten die niet in een algemeen wijkaccommodatie subsidiebeleid zijn te vangen.
Tot slot een suggestie vooraan onszelf. Er zijn gemeenten waar de raad niet alleen op het stadhuis vergadert. Dit thema leent zich bij uitstek voor meningsvorming in de stad, in een wijkcentrum. Een gesprek met bezoekers en besturen wordt daarmee laagdrempeliger. Wellicht een idee voor een volgende keer.