De biodiversiteit neemt de komende periode toe in Zwolle: bestaande soorten blijven en verdwenen soorten keren terug.
Subprogrammapunten
a. We gaan als gemeente actief op zoek naar manieren om verdwenen of bedreigde flora en fauna meer ruimte te geven. Het maaibeleid past zich aan deze doelstelling aan. Afspraken met boeren en beheerders van parken, gebouwen worden daarvoor gemaakt. Bij bouwactiviteiten is aandacht voor vogels vanzelfsprekend.
b. We stellen een heldere norm als het gaat om biodiversiteit: wat is het doel, waar loopt Zwolle risico’s, waar gaat het goed? We willen een groei in de biodiversiteit, waarbij vooral de 12 door het natuurplatform benoemde ambassadeurssoorten als de Kievitsbloem, de Zwolse Anjer, de sleedoornpage, de das, de bever, de knoflookpad, maar ook de spreeuw aandacht krijgen.
c. Natuur en Milieu Educatie (NME) krijgt een forse impuls: dit betekent niet alleen coördinatie van alle activiteiten voor het onderwijs door de Rova, maar er komt een actieve rol voor het opzetten en samenstellen van duidelijke leerlijnen en een centrale plek voor informatie (het nieuwe op te richten duurzaamheids- en natuurcentrum Zwolle).
d. Groene organisaties worden in staat gesteld hun activiteiten met vele vrijwilligers uit te voeren. Daarbij is het van belang dat de vrijwilligers hun werk goed kunnen doen: de continuïteit van de activiteiten dient zoveel mogelijk gegarandeerd te zijn. Dat kan door het bieden van (praktische) ondersteuning van het bestuur en geschikte en duurzame huisvesting.
e. We vergroenen de openbare ruimte in Zwolle: meer bomen, struiken en parkjes. Bij nieuwbouw (inbreiding én uitbreiding van de stad) krijgt het groen meer nadruk. Inwoners krijgen een nadrukkelijke stem in de vorm van het extra groen. Wijken die door inwoners als weinig groen worden ervaren, krijgen prioriteit. In de binnenstad stimuleren we geveltuinen en snippergroen. De parkeerplaats achter het stadhuis (aan Goudsteeg) wordt een stadsparkje.